Wie is de grootste schaatser aller tijden? Ard Schenk.
Hij werd drie keer Europees kampioen, drie keer wereldkampioen en haalde bij de Olympische Spelen van Sapporo, in 1972, drie gouden medailles. Dat hadden er vier moeten zijn, want hij was op alle vier de afstanden de snelste ter wereld. Op het wereldkampioenschap, diezelfde maand, won hij gewoon alle vier de afstanden. Alleen, bij het begin van de Olympische 500 meter ging hij in het startschot onderuit. Hij krabbelde snel weer overeind en werd toch nog werd 34e van 36 schaatsers.
Waarom is Ard Schenk de grootste? Niet om die prachtige resultaten, althans niet alleen daarom. Trouwens, Eric Heiden won in 1980 ook alle Olympische afstanden (dat waren er toen vijf). Ook niet om zijn lichaamslengte (de blonde reus stak boven iedereen uit). Er is een andere reden.
Twee maanden na Sapporo, nu vijftig jaar geleden, verscheen hij in het televisieprogramma Kleine mensen hebben grote wensen. Het jongetje Peter had als diepste wens om samen met Schenk te mogen schaatsen. Zijn wens werd vervuld, en zo reden de grote Ard en de kleine Peter op de ijsbaan. Tot Peter onderuitging.
Ard hielp hem overeind en zei: “Zo ging ik onderuit op de 500 meter in Sapporo.”
Daarom is Ard Schenk de grootste.
